Nieuws

Acht tips voor het haken van amigurumi’s

Een amigurumi is een gehaakte of gebreide knuffel. Het is een hype die oorspronkelijk uit Japan komt. De techniek is iets anders dan met veel andere projecten. Een amigurumi haak je namelijk in spiraal. Dat betekent dat je de toeren niet sluit, maar dat je ‘gewoon’ verder gaat. Wij zijn gek op het haken van de knuffels en hebben acht tips voor jou als je een amigurumi wilt haken.

JIP3

Patronen zoeken

Het internet geeft je toegang tot duizenden patronen, jippie! Heel handig, maar hoe vind je die patronen? Op Pinterest, via Facebook en Google kun je heel veel vinden, maar er zijn ook heel veel leuke Nederlandse ontwerpers. Even een kort rijtje:

  • Christel Krukkert
  • Tessa van Riet-Ernst (Woolytoons)
  • DenDennis
  • MyKrissieDolls
  • Annemarie Arts
  • Monique Vos
  • Stip en Haak

Paashaas 1 foto 1

En zo kunnen we nog even doorgaan. Er zijn te veel leuke ontwerpers! Deze ontwerpers hebben hele mooie boekjes en kooppatronen. Voor een klein bedrag ontvang je dan het patroon. Maar de meesten hebben ook enkele gratis patronen. Zo heeft Stip en Haak bijvoorbeeld een klein teckeltje als gratis patroon. Super leuk om mee te beginnen en om te ontdekken of het wat voor je is.

Katoen versus acryl

‘Het beste materiaal’ bestaat niet. Iedereen heeft zo zijn eigen voorkeur. Wij haken het liefst met katoen of met een garen waar katoen in zit. Niet alleen omdat het stevig is, maar wij vinden het mooier. Zeker als een knuffel veel wordt gebruikt of gebruikt gaat worden, raden wij katoen aan. Het blijft vaak net iets mooier. Maar nogmaals dat is onze persoonlijke mening. Er zijn veel mensen die haken hun beestjes met acryl van bijvoorbeeld Stylecraft, Zeeman, Action of Wibra. Dat kan uiteraard ook, want je kan met elk garen een beestje haken!

RUDOLPH 3

Kleinere haaknaald

Als we het verder over materiaal hebben, kun je ook kijken naar de haaknaald. Welk merk haaknaald je gebruikt maakt niet zoveel uit. Als jij er maar lekker mee haakt. Maar welke naalddikte je kiest, is wel van belang.

Met katoen voor naald 3 mm kiezen wij voor een haaknaald kleiner. Doordat wij dan met 2,5 mm haken, wordt de amigurumi steviger en vallen er geen gaten bij het minderen of meerderen. Wanneer je je creatie gaat opvallen – en dus ook iets oprekt – zal je minder snel de vulling zien.

ENGEL 1

Die lastige magische ring

Veel amigurumi patronen beginnen met een MR: een magische ring, ook wel magic loop of magische lus genoemd. Niet iedereen vindt dat makkelijk. Haakheld Sharina heeft in het begin ook wat zitten schelden op die magische ringen, haha! Er zijn verschillende manieren om een magische ring te maken. Zie hier een paar filmpjes hoe je een magische ring kunt maken:

Of op deze manier:

Maar je kun ook dat hele ding vermijden door 2 lossen te haken. Dan haak je het aangegeven aantal vasten in de 1e losse en sluit je de ring door een halve vaste te haken. Nadeel van deze manier is dat je altijd een gaatje hebt. Een magische ring kun je aantrekken en dan sluit deze, maar dat kan met het haken van 2 lossen niet.

Nachtvlinder 2

Oh jee, ik ben de tel kwijt!

Je haakt in spiraal en dat betekent dat je het begin en einde van je toer niet kunt zien. Elke steek ziet er hetzelfde uit. Je moet het begin of einde van de toer kunnen herkennen om te weten waar je bent met het patroon. De eerste of laatste steek kun je dus markeren met een draadje, steekmarkeerder of wat je maar kunt bedenken. Dan raak je nooit de tel kwijt.

Grrr, ik moet van kleur wisselen

Dit is denk ik voor de meeste hakers frustratie nummer 1: de kleurovergangen bij amigurumi’s. Heel lang hebben wij ook nagedacht over een oplossing. Haakheld Sharina kwam met de volgende manier die voor ons goed werkt:

  • Je haakt je toer normaal tot aan de laatste steek. In de laatste steek haak je een halve vaste in plaats van een vaste. Je hecht af.
  • Ongeveer tien steken van die halve vaste vandaan, hecht je de nieuwe kleur aan. Vergeet niet in die steek een vaste te haken.
  • Je haakt gewoon verder volgens het patroon.
  • Als je de halve vaste tegenkomt haak je die steek zoals je met alle andere vasten ook doet. Alleen trek je het draadje van de halve vaste goed en hard aan. Daardoor zie je de kleurovergang een stuk minder goed.
  • Hier kun je dit onderwerp nog eens nalezen met foto’s

DUIF 6

Opvullen die handel

Als je met een deel klaar bent, komt het opvullen. Wij doen dat altijd met fiberfill. Tenzij we een deel moeten verzwaren. In dat geval gebruiken wij granulaat korrels. Even terug naar het fiberfill. Dat is een synthetische vulling die ook wasbaar is. Dat wasbare is zeker handig als jouw knuffel door een kind wordt gebruikt en daardoor vies wordt.

Met het opvullen rek je het beestje iets op. Dat is op zich geen probleem, maar het kan zijn dat je de vulling daardoor ziet. Je kunt dan nog weinig doen. Je kan proberen een panty om de vulling te doen, maar trek het je ook niet te veel aan. In de meeste gevallen zien anderen het niet eens en ben jij de enige die het opvalt. Als je de vulling ziet, kun je beter de volgende keer een haaknaald kleiner gebruiken.

Alles klaar, aan elkaar naaien maar!

Dit is ook zo’n veel besproken onderwerp: het (onzichtbaar) aan elkaar naaien van de amigurumi. Haakheld Sharina heeft er een grote hekel aan en Haakheld Monique vindt het helemaal niet erg. Ook hiermee is er niet één manier die het beste is.

Wij doen het allebei onderhands. Dus je gaat met de naald eerst voor het lijfje voor je door de steek van het eraan te naaien deel gaat. Die manier is goed te zien op het (Engelse) filmpje hieronder:

Het gaat erom dat je eerst door het lijf, het gesloten deel, gaat met de naald. Je steekt dan in de steek die direct onder het v-tje (van het eraan te naaien deel) zit. Daarna ga je met de naald door het v-tje van het deel dat je eraan wilt naaien

Hopelijk hebben jullie iets gehad aan deze tips. Heb jij nog tips of leuke amigurumi ontwerpers, laat het ons dan weten in de reacties!

Groetjes,

haakhelden logo

Advertentie

4 gedachten over “Acht tips voor het haken van amigurumi’s”

    1. Hi Cypers Odette
      Dat ligt aan het soort knuffel, maar ook het doel.
      Is het ter sier? Dan doen veel mensen bijvoorbeeld een verfrolletje in de nek. Dat kan niet als de knuffel voor een kindje is. De truc is dan heel goed opvullen met fibelfill (knuffelvulling). Blijf vullen terwijl je bijvoorbeeld een hoofd met nek aan een lijf vast naait.
      Het is echt een kwestie van vullen, vullen en nog meer vullen. Maar blijf het goed verdelen zodat er geen bobbels ontstaan.

      Veel succes!

      Lieve groetjes,
      Haakheld Sharina

      Like

  1. Bedankt voor deze fijne tips. Heel erg leuk :-). Ben zelf niet zo dol op amigurumi’s haken (don’t hate me hihi) haha. Heb met moeite een koe voor mijn broertje afgemaakt. Maar het is altijd handig om zulke tips te hebben, mocht ik toch ooit weer amigurumi’s gaan haken. Fijne avond.

    Lieve groetjes,
    Emily
    (Casacreaemilia.blogspot.nl)

    Like

Hieronder kun een reactie achterlaten

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s